Zwamdraden voeden, of waarom wat ik doe geen bullshit-baan is

Versie door Tschijv (overleg | bijdragen) op 3 apr 2020 om 16:20
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Auteur: Marieke Vos, Senior Adviseur ICTU en Community manager NORA

30 januari 2020



Leuke baan, maar waarom krijg je daar eigenlijk voor betaald? Een bakker hoeft op een feestje nooit uit te leggen wat-ie nu eigenlijk doet, ik wel. Wat is dat, community-manager van de NORA Familie? Door de jaren heen heb ik een hoop antwoorden gehad, meestal aangepast aan de context van de vragensteller. Mijn huidige favoriet is: "Ik voed zwamdraden."'


Misschien is het voor jullie heel bekend, maar voor mij was het woord ‘zwamdraad’ dè ontdekking van 2019. Ik moest zelfs opzoeken wat het betekende.

Het woord zelf klinkt als een hoop gepraat zonder resultaat, wat een cynicus ook van mijn werk zou kunnen zeggen. Maar dat is bedrieglijk: zonder zwamdraden waren er namelijk geen paddenstoelen en ook mijn werk levert wel degelijk wat op.

Wat zijn zwamdraden?

Als een paddenstoel zijn sporen los laat stuiven ze door de lucht, op zoek naar de juiste voedingsbodem. Landen ze op het juiste plekje aarde, of op de juiste boomstam, dan groeien er witte draden alle kanten uit: de zwamdraden.

de witte draden van een zwamvlok spreiden zich uit over de grond
Zwamvlok

Bijna net zoals gewone planten wortels schieten en een kiempje omhoog sturen, maar dan met een stuk minder spektakel.

Bijna onooglijke, zachte witte draden die verstopt zitten onder de grond.

Heel veel zwamdraden samen noemen we een zwamvlok. De zwamvlok op deze afbeelding kwam tevoorschijn toen iemand een tegel weghaalde uit de tuin (wikicommons). Zoals de website van IVN natuureducatie het formuleert:

“Meestal gaat er een paar jaar overheen voordat uit de groep zwamdraden een paddenstoel groeit. Dit gebeurt aan de uiteindes van de zwamdraden. Onder de grond vormt zich een klein bolletje. Door het voedsel dat de zwamdraden opnemen, groeit en groeit het bolletje, net zo lang tot het boven de grond komt. Na een tijdje vouwt het bolletje zich open en komt de hoed van de paddenstoel tevoorschijn.”

Waarom zwamdraden zo mooi zijn

Wat vind ik nou zo fascinerend aan zwamdraden en paddenstoelen? Juist dat wat ze minder spectaculair maakt dan andere planten.

Ze zijn geen teken van de lente en alles wat gaat groeien, maar van de herfst waarin alles achteruit lijkt te gaan. Ze staan niet in een aangeharkt bloembed, maar komen tevoorschijn waar je het niet verwacht: op een boomstam, onder natte bladeren, in een vergeten hoekje.

En ze zijn niet voorspelbaar: zie je volgend jaar nog geen paddenstoel, dan kan die het jaar er na alsnog de kop opsteken.

Zwamdraden verbinden is ze voeden

Een zwamvlok bestaat uit zwamdraden die elk vanuit hun eigen stukje grond of hout voedingsstoffen verzamelen en delen. Samen maken ze een nieuwe paddenstoel mogelijk – of twee, of een hele heksenkring.

Een enkele zwamdraad kan niets: alleen in een netwerk is er voldoende voedsel te vinden.

Het zijn wat dat betreft net mensen: ideeën, inspiratie, goede voorbeelden en kennis groeien als meer mensen ermee in aanraking komen, als meer mensen in aanraking komen met elkaar.

Een geweldig idee blijft onzichtbaar zolang het in het hoofd van de bedenker leeft of alleen in eigen kring gedeeld wordt. Pas wanneer anderen ervan horen, hun feedback geven om het te verbeteren, het oppikken en gaan gebruiken in hun eigen leven en weer doorgeven aan anderen heeft het idee een kans uit te groeien tot realiteit in de echte wereld.

Een kennis-community als menselijke zwamvlok

Voor mij zijn kennis-communities (plekken waar mensen bij elkaar komen om kennis uit te wisselen over een bepaald onderwerp) dan ook vergelijkbaar met zwamvlokken. Elke deelnemer brengt zijn eigen sporen mee - ervaring, kennis, karakter en context - en vormt zo een zwamdraad. In de activiteiten van de community komen die draden bij elkaar en voeden ze elkaar.

Niet omdat ze dat verplicht zijn, maar omdat ze dat willen. Wie kennis heeft, wil die delen. Wie kennis nodig heeft, zoekt die. Wie dacht goed op de hoogte te zijn, stelt zijn beeld bij als dat nodig blijkt. En wie kritisch is, brengt de gedachten van anderen naar een hoger plan.

Net als zwamvlokken tref je dit soort communities meestal niet aan in mooi aangeharkte bloembedden en goed georganiseerde veranderprogramma’s. Ze ontstaan, spontaan of geholpen, tussen de praktijk van alledag.

Getekende poppetjes staan bij elkaar. Eén persoon krijgt een idee en deelt het met de anderen.
Idee delen

Mensen met behoefte aan innovatie vinden elkaar binnen behoudende organisaties. Mensen in veranderende organisaties zoeken nieuwe stabiliteit en zekerheid bij elkaar. Binnen ketens en domeinen wordt de noodzaak om elkaar te vinden duidelijk door bedreigingen of kansen.

Het werkt zo: iemand vindt een schat – kennis, voorbeeld, perspectief, waarschuwing, vraagstuk – en wil die niet voor zichzelf houden. Iemand heeft een schat nodig en is bereid om overal te zoeken tot die is gevonden. En die twee treffen elkaar, stellen elkaar voor aan een vriend of collega en worden sterker door hun contact.

Zo ontstaat uit het oude iets nieuws, waarvan je niet weet hoe het er uit gaat zien. Misschien zal de nieuwe kennis de bestaande organisatie versterken en mooier maken. Misschien zal het bijdragen aan de ontmanteling van die organisatie om plaats te maken voor iets heel anders.

Zekerheid is er niet. Maar zolang je elkaar voedt, zul je er hoe dan ook sterker uitkomen dan wanneer je alleen blijft doorploeteren.

Elke zwamdraad is waardevol (ook jij!)

Natuurlijk heeft niet iedereen een briljant idee. En niet iedereen gaat actief op zoek naar een schat van kennis. Maar dat hoeft ook niet.

Of het nu offline of online is, elke deelnemer aan een kennis-community heeft waarde. Je kijkt namelijk vanuit je eigen praktijk, ervaring en karakter - dat perspectief is uniek voor jou. Elke vraag die je stelt in een kennissessie of aan een expertforum, elk argument dat je inbrengt in een discussie, elk voorbeeld dat je aandraagt, was er niet geweest zonder jou.

Blinde mensen bij een olifant, Zij voelen een deel, maar weten niet hoe het hele dier er uitziet.
Blinden zien de olifant niet

Zie het als de fabel van de blinden en de olifant: als je alleen de slurf of de poten van een olifant tegenkomt heb je geen idee van het hele beest. Zonder de inbreng van een diverse groep deelnemers sla je als community gemakkelijk de plank mis.

En dat is dubbel belangrijk voor communities van professionals, zoals rond architectuur: we verzamelen en delen hier geen kennis voor de lol, maar om die in de praktijk toe te passen. Als onze kennis maar op een deel van die praktijk is gebaseerd en getoetst, is de kans groot dat we in die toepassing tekortschieten.

Omdat we het verkeerde probleem op proberen te lossen. Of omdat we de juiste toon niet weten te vinden om anderen mee te krijgen in een verandering.

We hebben jouw deelname dus nodig om de juiste paddenstoelen op te laten schieten. Of je nu zelf van de hoed en de rand weet of niet.

De opbrengst van een kennis-community is niet te voorspellen

Omdat ik ‘community-manager’ ben denken mensen vaak dat je een kennis-community kunt managen: kies wat er aan geld en middelen ingaat, stel een doel, stuur bij waar nodig en aan het einde heb je je resultaat. De zwamdraad-metafoor helpt me duidelijk te maken dat het zo niet werkt: je weet nooit van te voren wat er uit een community gaat komen.

De leden van de community zijn namelijk geen werknemers, maar doen dit uit zichzelf. Ze hebben ook nog een heleboel andere dingen op hun bordje liggen en bepalen zelf wat ze belangrijk vinden. Een community moet voor hen meerwaarde hebben en bijdragen aan hun eigen praktijk, anders haken ze af. Die meerwaarde zou wel eens anders kunnen zijn dan wat je als opdrachtgever of community-manager van te voren bedacht had.

Langs de kant van een weg staan verschillende bakken met soorten paddestoelen.
Verschillende soorten paddestoelen

Een community kan daarom zelf doelen stellen voor de korte termijn, maar die kunnen ook weer veranderen. Bij de ene community is de investering van de deelnemers hoog en zie je direct resultaat, bij de andere is er wat minder voeding beschikbaar en duurt het jaren voor je de uiteindelijke paddenstoel herkent.

Ook de community zelf kan onherkenbaar veranderen door de tijd, opgaan in een grotere groep of schijnbaar stilliggen om twee jaar later opeens weer onder een andere naam verder te gaan.

En dan hebben we het vaak ook nog eens over nieuwe kennis die moet worden opgebouwd. Iets dat je nog niet weet, is moeilijk in te schatten: hoe snel weet ik of er al een expert is op dit gebied? Zo nee, hoe lang duurt het om er zelf expert in te worden? Is dit eigenlijk wel het juiste expertisegebied, nu we er wat meer van weten?

Als community manager van de NORA Familie voed ik zwamdraden

Ik zie mijn rol daarom als verbinder, facilitator en vertaler, niet als manager. Ik breng mensen bij elkaar zodat ze elkaar kunnen voeden. Niet willekeurig, maar op basis van hun behoeften en gedeelde interesses. In kennissessies en bijeenkomsten, maar ook door ze voor te stellen op een borrel, een introductiemailtje te schrijven, elkaars contactgegevens door te geven.

En ja, daar komt een hoop praten aan te pas. Zolang mensen maar niet uit hun nek zwammen is dat waardevol: ze delen kennis en bouwen tegelijk een band met elkaar op die de community sterker maakt. Het is de kunst om bijeenkomsten zo in te richten dat je met werkvormen dat gesprek faciliteert, ook voor hen die wat minder makkelijk praten.

Mijn derde rol is die van vertaler: ik vertaal tussen mensen met een andere achtergrond zodat ze niet langs elkaar heen praten. Zo help ik experts om hun jargon en taalgebruik aan te passen als ze informatie online delen. Ik stel vragen en deel de antwoorden voor wie er niet bij kon zijn. En ik maak aan opdrachtgever en buitenwereld duidelijk dat wat meerwaarde heeft voor de deelnemers ook meerwaarde heeft voor hen.

NORA Familie als plek waar we zwamdraden vanuit de hele publieke sector met elkaar verbinden

De NORA Familie, oftewel de overkoepelende kennis-community voor alle architecten in de publieke sector, is een prachtige plek om zwamdraden te voeden. Het is namelijk niet één community, maar een verzameling van communities uit allerlei domeinen en vakgebieden.

Deelnemers aan sessies op de NORA Gebruikersdagen en leden van de NORA Gebruikersraad nemen hun eigen perspectief mee, maar ook de ideeën en ervaringen die in hun communities leven. Zo kan een goed idee uit het onderwijs overspringen naar de zorg en hoeven de waterschappen niet zelf uit te vinden wat bij het Rijk al is gedocumenteerd.

Een rijke voedingsbodem, waarbij ik nooit weet waar een idee dat ik een podium geef uiteindelijk een heksenkring aan initiatieven zal opleveren.

Geen bullshit-baan

Zoals mijn man een aantal jaren geleden tegen me zei: “Ik snap nu wat je doet, leuke baan, maar waarom krijg je daar eigenlijk voor betaald?” Heel simpel:

Alles wat in de publieke sector gebeurt, betalen we als burgers zelf via de belastingen. En wij burgers verwachten dat de overheid meegroeit met de tijd en digitaal bereikbaar is.

De overheid is dus in rap tempo aan het digitaliseren, waarbij geen enkele organisatie in de publieke sector uitgezonderd is. Digitale diensten worden bovendien steeds meer over organisatiegrenzen uitgevoerd, waardoor architectuur die data-uitwisseling in goede banen leidt steeds belangrijker is.

Kennis opbouwen over architectuur kost tijd, talent en interactie, dus als je het als organisatie alleen doet is dat duur, terwijl de uiteindelijke kwaliteit beperkt blijft. Om kennis over organisaties heen te delen is een kennis-community een effectief en relatief goedkoop middel.

Zo’n community kan spontaan ontstaan, maar verdwijnt ook vanzelf weer als er geen actieve trekker / community-manager is die verbindt, faciliteert en vertaalt. Hoe langer een community bestaat hoe groter en hechter het netwerk wordt - en hoe groter dus de meerwaarde.

Mijn baan zorgt er kortom voor dat we voor hetzelfde belastinggeld betere digitale dienstverlening kunnen verwachten in alle domeinen van de publieke sector. Niet slecht toch? Laat mij maar lekker doorzwammen.

groeiende paddestoelen



Zie ook: Alle blogs