Grondslagenlaag Watersystemen

De grondslagenlaag voor Watersystemen bevat alle wet- en regelgeving die van toepassing kan de zijn op de visie droge voeten, schoon en voldoende water (Zie: Wettelijke verplichtingen). Het waarom en waarvoor vormen de motivatie om verder invulling te geven aan het realiseren en onderhouden van watersystemen.

Missie (Waarom)[bewerken]

Watersystemen bestaat uit twee onderdelen:

1. Zorgen voor voldoende water;

2. Zorgen voor schoon water.

Dat doen de waterschappen onder andere door:

  • Het beheer en onderhoud van sloten en kunstwerken, zoals gemalen en stuwen.
  • Een betere doorvoer van water door bijvoorbeeld het verbreden van te krappe sloten en beken en het vergroten van de buizen in onze sloten en beken.
  • Het verder verbeteren van het watersysteem door bijvoorbeeld hogere waterpeilen, nieuwe of een ander soort stuwen en het verleggen of dempen van sloten.
  • Het investeren in kennis en subsidieregelingen, zodat inwoners in hun eigen woonomgeving maatregelen kunnen nemen.
  • Samenwerkingsprojecten voor ons grond- en oppervlaktewater waarbij we werken aan een duurzame leefomgeving.

Zorg voor voldoende water[bewerken]

Door klimaatsveranderingen krijgt Nederland steeds meer te maken met weersextremen zoals piekbuien en extreme droogte. Om te zorgen voor voldoende water moet het watersysteem water vasthouden in droge tijden en zo goed mogelijk bergen en afvoeren in natte tijden.

Waterschappen leggen bijvoorbeeld extra waterbergingsgebieden aan. Dat zijn gebieden waar het water opgeslagen kan worden. Zo kan het water hierheen worden afgevoerd als er te veel water is. En kan het water worden gebruikt in droge tijden. Ook bepalen waterschappen hoe hoog het waterpeil in hun gebied mag zijn.

Daarom is er veel aandacht voor het vasthouden van water, het aanvoeren van water en het verbeteren van het watersysteem. Dit is belangrijk voor de natuur, de landbouw, mensen en dieren.

Zorgen voor schoon water[bewerken]

Waterschappen zorgen voor schoon water in sloten, rivieren, meren en beken. Dit beperkt zich niet alleen tot het oppervlaktewater, maar beïnvloedt ook het grondwater, bodem en ondergrond.

Dit doen ze door het meten en bewaken van waterkwaliteit. Ze maaien oevers en baggeren sloten, zodat het water niet te troebel wordt en blijft doorstromen. Daarnaast treffen de waterschappen maatregelen om vervuilende stoffen uit het water te houden. Want wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit.

Bron: waterschappen.nl

Visie (Waarvoor)[bewerken]

Het primaire doel bij Watersystemen is om zorg te dragen voor “Droge Voeten”, Schoon en Voldoende water.

Dit doen we door: Artikel 2.1 Waterwet

  • a. voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, in samenhang met
  • b. bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en
  • c. vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen.

Samenhang[bewerken]

Onderstaande afbeelding geeft een samenhang weer van de motivatie (waarom en waarvoor) voor het realiseren en onderhouden van watersystemen.

Grondslagen watersystemen 03 (002).png

Bijlagen[bewerken]

Bestuursakkoorden[bewerken]

De volgende akkoorden zijn tot stand gekomen door afspraken tussen Rijk, provincie, waterschappen en gemeenten en dienen naast wet- en regelgeving als grondslag.

(Dit bestuursakkoord heeft als doel om de gezamenlijke koers te bepalen daar waar het gaat om de implementatie van de Omgevingswet. Een duidelijk beeld waar partijen gezamenlijk naar toe werken en (werk)afspraken die ervoor moeten zorgen dat dit op een goede en efficiënte manier kan gebeuren.)  

Wettelijke verplichtingen[bewerken]

Waterwet: Artikel 3.1[bewerken]

(Geldend van 01-07-2020 t/m heden)

1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden de watersystemen aangewezen die volledig dan wel met uitzondering van daarbij aangewezen onderdelen bij het Rijk in beheer zijn.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt voor de onder de aanwijzing vallende oppervlaktewaterlichamen tevens de begrenzing vastgesteld. Daarbij wordt voor de begrenzing van de oppervlaktewaterlichamen van de rivieren de buitenkruinlijn van de primaire waterkering voor zover die primaire waterkering is aangegeven op de kaarten die als bijlage I bij deze wet behoren, dan wel, waar deze ontbreekt, de daarbij vast te stellen lijn van de hoogwaterkerende gronden, als richtlijn gehanteerd.

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen gronden binnen een oppervlaktewaterlichaam worden aangewezen als drogere oevergebieden als bedoeld in de begripsomschrijving van oppervlaktewaterlichaam in artikel 1.1.

4. De voordracht voor de maatregel, bedoeld in het eerste lid, wordt gedaan nadat Gedeputeerde Staten van alle provincies alsmede alle waterschapsbesturen zijn geraadpleegd over de inhoud daarvan.

5. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur houdende wijziging van de in het eerste lid bedoelde aanwijzing kan slechts worden gedaan indien over een daarin besloten liggende overdracht dan wel overneming van het beheer door Onze Minister overeenstemming is bereikt met de betrokken andere beheerder en Gedeputeerde Staten.

6. Bij ministeriële regeling kunnen niet tot het Rijk behorende overheidslichamen worden aangewezen die geheel of gedeeltelijk zijn belast met het beheer van daarbij aangewezen rijkswateren. De aanwijzing gebeurt in overeenstemming met het desbetreffende bestuursorgaan.  

Waterwet wordt opgenomen in de Omgevingswet[bewerken]

Omgevingswet Artikel 1.3 (maatschappelijke doelen van de wet)[bewerken]

Deze wet is, met het oog op duurzame ontwikkeling, de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu gericht op het in onderlinge samenhang:

  • a. bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit, ook vanwege de intrinsieke waarde van de natuur, en
  • b. doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke behoeften.

Omgevingswet Artikel 2.17 (waterschapstaken voor de fysieke leefomgeving) art. 2.17 lid 1[bewerken]

Bij het waterschapsbestuur berusten, naast de elders in deze wet en op grond van andere wetten aan dat bestuur toegedeelde taken voor de fysieke leefomgeving, de volgende taken:

  • a. op het gebied van het beheer van watersystemen en het waterketenbeheer:

1°. het beheer van watersystemen, voor zover aan het waterschap toegedeeld bij provinciale verordening als bedoeld in artikel 2.18, tweede lid, of bij ministeriële regeling als bedoeld in artikel 2.20, derde lid.

Omgevingsverordening provincie (per provincie verschillend)[bewerken]

Aanwijzing en normering van regionale waterkeringen